2011: Duurzame ontwikkeling ligt ook in ons bord
We zijn er ons intussen allemaal van bewust dat voedingsgewoonten en landbouwproductiemethodes een negatieve impact kunnen hebben op onze gezondheid en die van werknemers, op het milieu en op toekomstige generaties.
We stouwen onze winkelkarretjes vol met producten uit alle hoeken van de wereld.
De weelde van het voedsel dat we innemen en de verspilling zijn een aantasting van het milieu en zijn niet langer afgestemd op onze reële behoeften: het aantal mensen dat kampt met overgewicht of zelfs obesitas, cardiovasculaire problemen of diabetes stijgt constant. En elke dag moeten kleine landbouwers wijken voor grote bedrijven.
Voedingswaren bevatten heel wat pesticiden en bewaarmiddelen, we eten dan ook steeds minder natuurlijke voeding en alsmaar meer afgeleide producten. Onze appelen
komen uit Nieuw-Zeeland en onze uien uit Argentinië, terwijl het aanbod aan fruit en groenten van eigen bodem op onze markten steeds schaarser wordt.
Voeding is door haar impact op het milieu, de maatschappij en de gezondheid ongetwijfeld een symboolsector die de komende jaren radicaal de weg naar verandering zal moeten inslaan.
Als afgevaardigde in Brussel hebben we inspraak in wat we elke dag in de kantines voorgeschoteld krijgen. We kunnen het nodige doen om werknemers te wijzen op de voordelen van een gezonde en duurzame voeding, zowel voor henzelf als voor toekomstige generaties.
De voedingssector is dan ook een uitgelezen kans om lokale activiteiten te ontwikkelen en de korte circuits tussen producent en consument te bevorderen, die zowel in Vlaanderen als in Wallonië voor duurzame jobs kunnen zorgen.
We doen een oproep om verschillende actiepistes te ontdekken en na te denken over een nieuw voedselmodel.