Recht op de stad en milieu
De vorming wordt georganiseerd rond het algemene thema “Recht op de stad en milieu”. Het recht op de stad houdt in dat de stadsplanning democratischer gebeurt, ten bate van de hele gemeenschap en niet van een handvol privéspelers, en in de eerste plaats voor de zwaksten zodat ze zich hun leefomgeving weer kunnen toe-eigenen en greep krijgen op hun omgeving. Dit is van het grootste belang, vooral gezien het compacte grondgebied en de beperkte grondreserves van Brussel, waardoor uitbreiding van de ene stadsfunctie geregeld ten koste van een andere gaat. De dichtheid van een grondgebied kan een troef zijn voor rationeler energieverbruik, maar ze vergt grotere waakzaamheid in verband met de gemaakte beleidskeuzen zodat die geen segregatie in de hand werken. Er dient voorrang gegeven aan stadseconomie die ten dienste van de stad staat en milieuvriendelijk is.
Tijdens deze drie dagen komen vier grote thema’s aan bod, door middel van een algemene probleemstelling en concrete voorbeelden van de Brusselse stadsplanning.
dag 1 ochtend: Winkelcentra: van winkelcentra wordt vaak beweerd dat ze kans op banen bieden en voor nieuwe economische activiteit kunnen zorgen in een gans gewest … Maar scheppen ze werkelijk banen? Zuigen ze niet gewoon de banen aan vanuit kleinere structuren? Passen winkelcentra in een duurzame stadsvisie, die toch eerder uitgaat van een netwerk van buurthandel en plaatselijke werkgelegenheid? Wij bestuderen de soorten handelszaken, bekijken hoeveel ruimte ze innemen en het aantal banen dat ze scheppen.
dag 1 namiddag: Vervoer/transport: het personenvervoer en goederentransport is ook een transversaal probleem dat nauw samenhangt met de wijze waarop we leven en de stad uitbouwen. Wij spitsen ons toe op het goederentransport in een stad als Brussel en bekijken hoe het mobiliteitsbeleid de stad maakt en kapotmaakt, onze manier van leven verandert en ingrijpt op de omgeving. We bestuderen ook het gebruik van de waterwegen. Kunnen zij in een stad als Brussel een deel van het goederentransport overnemen? Welke economische activiteiten zijn aan dit soort transport aangepast? Hoe energiebesparend is dit en welke weerslag heeft het op de werkgelegenheid en op het wegtransport? En wat zijn de gevolgen voor de ruimtelijke ordening? We behandelen deze onderwerpen vanuit een globale invalshoek, ook rekening houdend met de Europese regelgeving terzake. Deze namiddagzitting vindt plaats op een aak, zodat we tegelijk zicht krijgen op het industriekanaal van Brussel.
dag 2: Voeding en Gezondheid: voeding is een belangrijk aandachtspunt voor een wijzigende samenleving. Er moet niet alleen voldoende geproduceerd worden voor allen; het moeten ook kwaliteitsvolle producten zijn met echte toegevoegde waarde die bovendien op energiezuinige en minder vervuilende wijze gemaakt worden. Men bedenkt vandaag diverse consumptiewijzen of steekt ze in een nieuw kleedje: korte ketens, groepsaankopen, steun aan landbouwers, stadsboerderijen, enz. We bestuderen deze diverse productiewijzen en gaan na of ze de uitdagingen van de toekomst aankunnen. We bekijken het concrete geval van de slachthuizen van Anderlecht: die werken vandaag nog en werpen tal van vragen op. Is het mogelijk maakindustrie in de stad te behouden? Hoe zorg je voor strikte gezondheidsnormen in kleine bedrijfseenheden? Is het mogelijk in de stad korte ketens te behouden door de directe verkoop van vlees? Welke banen levert dit op? De stadsboerderij die op het dak van de slachthuizen wordt ingericht, biedt ons de gelegenheid ook dieper in te gaan op het thema van de stadslandbouw.
dag 3 (voormiddag): Energie en stadsontwikkeling: energie is een centraal thema bij duurzame ontwikkeling. De klimaatopwarming en de ingrijpende veranderingen die daar zowel in het noorden als in het zuiden mee gepaard gaan, houden voornamelijk verband met het energieverbruik van bedrijven en gezinnen. Maar ook de stadsruimte zelf waarin we leven, verbruikt energie: de “grijze energie” die nodig is voor de stad. De gebouwen vergen heel wat energie gedurende hun hele levenscyclus. Afbraak en heropbouw van de stad, zelfs al is het om gebouwen op te trekken die als ‘duurzaam’ worden verkocht, is dus een energieverslindende bedrijvigheid. We moeten niet tegen stadsopbouw zijn, maar wel de verschillende wijzen waarop dit gebeurt vergelijken, niet alleen in verband met de energie die het kost, maar ook vanuit sociaal oogpunt. Woningen of kantoren renoveren is vaak minder energieverslindend en vergt minder arbeidskracht dan afbraak en nieuwbouw. Renovatie van de woningen is ook een belangrijk aandachtspunt voor de toekomstige stad.
dag 3 (namiddag): Arbeidsduurvermindering: het is, tot slot, niet mogelijk “het recht op de stad” uit te diepen zonder stil te staan bij de voorwaarden die vervuld moeten worden, wil men zich zijn stedelijke omgeving werkelijk weer kunnen toe-eigenen. Arbeidsduurvermindering, herverdeling van de arbeid onder de werkkrachten, en de noodzaak van vrije tijd om zich met zaken van algemeen belang in te laten, zijn enkele van de voorwaarden die veel auteurs vooropstellen. Hoe kan deze arbeidsduurvermindering gepland worden in samenhang met de milieukwesties?